In de week tegen eenzaamheid, dit jaar van donderdag 27 september t/m zaterdag 6 oktober, was er extra aandacht voor Nederlanders die zich sterk eenzaam voelen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) doet al lange tijd onderzoek naar eenzaamheid.
Uit de meest recente studie komt onder meer naar voren:
• Een op de tien 85-plussers in verpleeghuizen voelt zich sterk eenzaam
• Een op de vijf zelfstandige wonende Wmo-melders voelt zich sterk eenzaam
• Eenzaamheid kent niet één oorzaak
Dit blijkt uit Kwetsbaar en eenzaam? Risico’s en bescherming in de ouder wordende bevolking een onderzoek, verschenen op 15 juni 2018, van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) door Cretien van Campen, Frieke Vonk en Theo van Tilburg (Vrije Universiteit Amsterdam). Dit onderzoek combineert drie deelstudies van een panel van 5.000 ouderen, 2.300 zelfstandig wonende Wmo-melders en 950 verpleeghuisbewoners.
Kwetsbare 85-plussers in verpleeghuizen minder eenzaam
85-plussers met ernstige gezondheidsproblemen zijn na verhuizing naar een verpleeghuis minder eenzaam dan toen zij nog zelfstandig woonden. Ongeveer vijf van de tien ondervraagde bewoners in verpleeghuizen voelt zich eenzaam, waarvan één bewoner sterk eenzaam en vier bewoners matig eenzaam. De eenzaamheid onder de 85-plussers in verpleeghuizen is lager (10% versus 22% sterk eenzaam) dan onder de jongere bewoners (55 – 74 jaar) van een verpleeghuis. De eenzaamheid onder de verpleeghuisbewoners van 85 jaar en ouder is ook lager (10% versus 14% sterk eenzaam) dan onder hun leeftijdsgenoten die zelfstandig wonen.
Zelfstandige wonende Wmo-melders zijn eenzamer
Ruim de helft van de Wmo-melders van 18 jaar en ouder voelt zich eenzaam. Bijna een op de vijf voelt zich sterk eenzaam. Dat aantal is hoger dan in de algemene bevolking van 18 jaar en ouder. Wmo-melders zijn vaker eenzaam wanneer ze alleen wonen, verslechterde of wisselende fysieke en psychosociale gezondheidsproblemen hebben. Wmo-melders zijn minder eenzaam naarmate ze mogelijkheden hebben om contacten te onderhouden, meer contact met familie, vrienden, buren en/of clubleden hebben, veerkrachtiger en zelfredzamer zijn en meer meedoen aan sociale activiteiten. Ook de aanwezigheid van een mantelzorger en ontvangen van een maatwerkvoorziening vanuit de Wmo verlaagt de kans op eenzaamheid.
Eenzaamheid kent niet één oorzaak
Eenzaamheid heeft meerdere oorzaken, die elkaar kunnen versterken of afzwakken. Dat veel ouderen eenzamer worden, is te verklaren door verliezen in deze levensfase. Verlies van sociale relaties verhoogt de kans op eenzaamheid. Partnerverlies, een kleiner en minder gevarieerd netwerk, en verlies van het dagelijks netwerkcontact zijn veelvoorkomende veranderingen. Ook is er verlies van ervaren regie over het leven en is men vaker afhankelijk van professionele zorg en ondersteuning. Gezondheidsverlies en verlies van inkomen spelen een beperkte rol bij de toename van eenzaamheid. Eenzaamheid is een ervaren verschil tussen wens en werkelijkheid ten aanzien van sociale relaties, die geleidelijk sterker en langduriger kan worden. Het is dus van belang om eerst na te gaan wat de wensen zijn van mensen, voordat men een oplossing of aanpak bedenkt.