De wetten voor jongeren met een beperking zijn te ingewikkeld en zorgen ervoor dat zij hoog risico lopen langdurige financiële problemen te krijgen. Dat stelt Ombudsman Reinier van Zutphen in een onderzoeksrapport. Volgens de ombudsman ontbreekt het onder meer aan toekomstperspectief voor deze jongeren en zitten de regels hen in de weg.
Volgens de ombudsman gaat de overheid er nu van uit dat jongeren met een beperking zelfredzaam zijn zodra zij 18 jaar zijn geworden, mogelijk met behulp van hun omgeving. Van Zutphen stelt echter dat deze groep een te laag inkomen verdient om rond te komen en daardoor aangewezen is op de overheid. “Door alle regelingen bij elkaar worden jongeren steeds weer met hun beperking geconfronteerd”, aldus van Zutphen. “Dat is niet eerlijk. Wetten en regels moeten jongeren helpen, niet in de weg zitten.”
In zijn onderzoeksrapport concludeert de ombudsman dat zelfredzaamheid voor jongeren met een beperking “een illusie is”. Dat komt volgens hem onder meer door “lastig te begrijpen wetten en regels, grote administratieve lasten doordat hulp uit het sociale netwerk wordt overschat”. Ook is er weinig samenwerking tussen de instanties en zorgen de inflatie, hoge energieprijzen en krapte op de woningmarkt voor nog meer problemen.
De overheid en andere betrokken partijen moeten volgens van Zutphen meer doen om de situatie van jongeren met een beperking te verbeteren. De ombudsman roept alle partijen op “de knelpunten” aan te pakken en te zorgen voor “begrijpelijke informatie, persoonlijke begeleiding en financiële zekerheid. En jongeren te informeren over hun rechten en mogelijkheden. Werken moet bovendien van toegevoegde waarde zijn en niet leiden tot meer problemen.”